Het is een gedicht over de eerste wereldoorlog, toen klaprozen uitbundig bloeiden op de graven van de gesneuvelde militairen. Zoals je hieronder kan zien heeft de maker zelf het einde van de oorlog ook niet gehaald.
Het origineel is in het Engels, de Nederlandse vertaling luidt als volgt:
In Vlaanderens velden (Luitenant kolonel John McCrae, 1872-1918)
“In Vlaanderens velden bloeien de klaprozen
Tussen de kruisen, rij aan rij
die onze plek aangeven; en in de lucht
vliegen leeuweriken, nog steeds dapper zingend
ook al hoor je ze nauwelijks te midden van het kanongebulder
aan de grond.
Wij zijn de doden. Enkele dagen geleden
leefden we nog, voelden de dauw, zagen de zon ondergaan
beminden en werden bemind en nu liggen we
in Vlaanderens velden
Neem ons gevecht met de vijand weer op:
Tot u gooien wij, met falende hand
de toorts; aan u om haar hoog te houden
Als gij breekt met ons die sterven
zullen wij niet slapen, ook al bloeien de klaprozen
in Vlaanderens velden.”
Last Saturday our group TeXperanto came together, which originated from our Quilten Speciaal class. The idea was to prepare ourselves practicing with a word or part of a poem we choose. In stead of that I used the word Labyrinth to make a quilt with. That’s finished now so I could continue with the poem. Because I am still very fond of poppies I looked for a poem with this theme. It’s a poem about world war I where poppies where blooming in high numbers on the graves of the soldiers killed in action. As you can see the poet didn’t make it till the end of war himself!
In Flanders fields (lieutenant-colonel John McCrae, 1872-1918)
In Flanders fields the poppies blow
Between the crosses, row on row
hat mark our place; and in the sky
The larks, still bravely singing, fly
Scarce heard amid the guns below.
We are the dead. Short days ago
We lived, felt dawn, saw sunset glow
Loved, and were loved, and now we lie
In Flanders fields.
Take up our quarrel with the foe:
To you from failing hands we throw
The torch; be yours to hold it high.
If ye break faith with us who die
We shall not sleep, though poppies grow
In Flanders fields.
In mijn hoofd zat de quilt al zo’n beetje in elkaar. Totdat ik gedurende de dag de overweging meekreeg: wil je een quilt maken of een textiel werk. Had ik eigenlijk niet over nagedacht. Ik maak quilts omdat ik zo’n lap gewoon een prettig ding vind om aan te werken. Maar, wanneer gaat een quilt over in een textiel werk?? Wie het weet mag het zeggen. In ieder geval heb ik besloten om het oorspronkelijke idee even in de ijskast te zetten en opnieuw te beginnen met nadenken. Wel een paar proefjes gemaakt met zeefdrukken die ik al had. Ergens komt toch een klaproos terug tenslotte en wellicht ook het gedicht. Op de foto is het niet zo duidelijk te zien maar het rode vlak is papier dat met rode acrylverf op tyvek geplakt is en heeft in ieder geval een mooi klaproos blaadjes structuur gekregen. Bij het gedicht heb ik geprobeerd hoe ik de letters vaag maar leesbaar gezeefdrukt krijg. De linker beantwoord het best aan mijn doel. Met een schuimroller op een zeefdruk gedaan.
In my mind the quilt was designed already. Until during the day I was asked what I wanted to make, a quilt of a textile art work. Never thought about that. I make quilts because I like the look and feel of the end product. But, when do you call it a quilt and when does it shift to textile art. I don’t know. Who can tell? So, I decided to mothball the plans and start all over again. I did some experiments with screen prints of poppies. A poppy and the poem should be part of it anyway.
It’s not very clear in the picture but the red surface is made with paper glued with red acrylic paint on tyvek. The structure is close to that of poppy petals. With the poem I wanted to be the text vague but readable screen printed. The left one is best for my goal. It’s done with a foam roller on a screen print.